PoosConnections

By poosconnections

Jan(tje) Peters, eeuwig fenomeen bij N.E.C.

Zaterdag 30 januari: Ik verheugde mij om de wedstrijd NEC-AZ aan te grijpen om een stukje te mogen maken over Jan(tje) Peters, speler aller tijden van NEC. Zelfs bij de ruststand van 0-2 waagde Jan het nog zijn voorspelling te herhalen dat het 3-3 zou worden. De afstraffing van 0-3 werd uiteindelijk alleen gecompenseerd door het publiek dat tot het einde achter het team bleef staan en de spelers zelfs met een applaus van het veld liet gaan. Dat was groots, zoals ik ook geroerd was dat NEC de perstribune heeft vernoemd naar Jaap van Essen, kritisch, maar toegewijd journalist van de Gelderlander die in de laatste etappe van zijn leven is beland.

Ook Jaap heeft Jan Peters (61) zien debuteren in 1971. Ik was in die tijd fan van eerst Theo de Jong en later vooral van Cas Janssens. Ik koester de briefjes (“aan de jonge heer Herman Poos”) die ik van Jan ontving waarin hij mij vertelde dat hij ook fan was van Cas. Jan schreef toen dat Cas een rokkenjager was. In het woordenboek moest ik opzoeken welke betekenis dat woord had.

Ik was ook super trots dat Jan Peters het Nederlands elftal haalde in het seizoen dat NEC kampioen werd van de eerste divisie. Zijn wedstrijd op Wembley tegen Engeland was zelfs fameus. In die tijd speelde Jan met rugnummer 22. Als speler van SIZO Hillegom was ik het enige lid die jarenlang alleen met dat nummer wilde spelen. Tot de dag vandaag is het ook mijn geluksnummer gebleven. Bij de oudejaarstrekking wilde ik vanzelfsprekend een lot eindigend op 22. En mijn geluk was dat ik geen miljonair ben geworden!

Ook Jan heeft moeten ervaren dat rijkdom relatief is. Op te jonge leeftijd moest hij afscheid nemen van zijn vrouw. Heel lang heeft hij zich ontfermd over zijn zonen, maar de laatste jaren voelt hij zich heel gelukkig met zijn huidige vriendin. Ook deze ervaring bindt ons.

Zoals ik er ook blij mee ben dat ik als lid van de Raad van Advies er voor heb gezorgd dat Jan Peters altijd een speciale behandeling verdient in de Goffert. Ik beschouw hem als de Eusebio van de Goffert, hoewel hij zijn grootste succes behaalde bij AZ met het winnen van de landstitel.

Waar Jan ook speelde of woonde, ik heb altijd contact met hem gehouden. In zijn periode bij Genoa en Atalanta Bergamo belde ik hem bijna wekelijks op als journalist van het AD.

En als het even kan dan zit ik bij de thuiswedstrijden het liefst tussen Leen Looijen en Jan Peters op de tribune.

En altijd praten we dan even over onze (cult) held Cas Janssens, die ik dit jaar eindelijk eens hoop op te zoeken in Zuid-Frankrijk met journalist Jeroen Haverkort voor een te schrijven boek over de verdwenen topscorer van de eredivisie. Vooralsnog komen we voor een gesloten deur te staan omdat de familie in Nimes van mening is dat in Nederland verkeerde beelden bestaan over het leven van Cas. 

Jan en ik weten wel beter!

 

Comments
Sign in or get an account to comment.